De Hoge Gezondheidsraad (HGR) adviseert dat alle zwangere vrouwen toch best prioritair gevaccineerd worden. Wel raadt hij aan om voor hen mRNA-vaccins te gebruiken.
Eerder adviseerde de HGR om bij iedere zwangere vrouw individueel een afweging te laten maken op basis van haar baten-risicoprofiel. Met andere woorden: als de voordelen opwegen de risico's is vaccinatie aangewezen. Om die afweging te maken, is het raadplegen van een arts belangrijk, klonk het.
De HGR stelt zijn advies nu bij "op basis van de meest recente wetenschappelijke gegevens en aanbevelingen". Hij raadt aan om alle zwangere vrouwen prioritair te vaccineren in fase 1b, in tegenstelling tot vrouwen die niet zwanger zijn, en dat wegens "hun verhoogd risico op ernstige covid-19-infectie voor de moeder en op premature bevalling". Fase 1b is de fase waarin 65-plussers en risicopatiënten gevaccineerd worden, de fase die nu volop uitgerold wordt dus.
De HGR voegt eraan toe dat "de huidige beschikbare covid-19 mRNA-vaccins veilig kunnen gegeven worden aan zwangere vrouwen". Op dit moment zijn dat in ons land de vaccins van farmaceuten Pfizer-BioNTech en Moderna. De vaccins van farmabedrijven AstraZeneca en Johnson & Johnson zijn geen mRNA-vaccins.
In een eerder advies gaf de HGR al te kennen dat hij geen bezwaar heeft tegen de systematische vaccinatie van vrouwen van vruchtbare leeftijd die zwanger willen worden, zeker voor gezondheidswerkers met een hoog blootstellingsrisico en vrouwen met comorbiditeiten die tot een risicogroep behoren. In dat advies stond ook dat alle vrouwen die borstvoeding geven, gevaccineerd kunnen worden.