Onderzoek van Brussels IVF, het fertiliteitscentrum van het UZ Brussel, heeft aangetoond dat vrouwen met de hormonale aandoening polycysteus-ovariumsyndroom (PCOS) beter gebaat zijn bij in-vitromaturatie (ivm) dan bij in-vitrofertilisatie (ivf). De vrouwen met PCOS die kozen voor ivm ervaarden minder bijwerkingen, een betere verdraagbaarheid van de behandeling en minder impact op hun relatie en sociale leven.
Ivm is een techniek waarbij onrijpe eicellen worden gekweekt in het lab alvorens bevrucht te worden. Belangrijk verschil met een klassieke ivf is dat bij ivm er nauwelijks tot zelfs geen hormooninjecties moeten worden toegediend. Bij vrouwen met PCOS is hun verlaagde vruchtbaarheid te wijten aan een onregelmatige cyclus en ovulatiestoornissen. Deze vrouwen hebben wel een grote eicel reserve en dus kunnen zij gebruik maken van ivm.
Deze studie volgde 149 vrouwen van 37 jaar of jonger die hun eerste ivm- (75) of ivf-cyclus (74) ondergingen in de periode tussen mei 2017 en maart 2021. Zij vulden op verschillende tijdstippen een vragenlijst in. De ivm-behandeling zorgde voor minder bijwerkingen en was beter te verdragen. Het toont dat een klassieke ivf-behandeling meer verstoring van het dagelijks leven en psychische klachten veroorzaakte.
"Ivm-patiënten hadden verder minder last van stoornissen in seksualiteit en communicatie. Ten slotte ervaarden zij hun sociale interacties als ernstiger aangetast door een klassieke ivf-behandeling dan bij ivm", stelt Linde Mostinckx, coördinator PCOS-kliniek in het UZ Brussel.
