De Zorgcentra na Seksueel Geweld (ZSG) krijgen een wettelijke verankering. De plenaire Kamer heeft daarvoor donderdag een wetsontwerp goedgekeurd. Dat gebeurde met steun van de oppositie, terwijl N-VA zich onthield. Volgens staatssecretaris Marie-Colline Leroy (Ecolo) zal de wet voor meer stabiliteit zorgen. "Een volgende regering zal de werking van de zorgcentra niet zomaar kunnen terugschroeven of de centra zelf opdoeken", zegt ze.
De eerste drie ZSG openden in 2017 de deuren. Momenteel staat de teller op tien en er staan nog drie centra in de steigers. De zorgcentra bieden zorg aan slachtoffers van seksueel geweld. Deze zorg wordt onder één dak aangeboden door een speciaal opgeleid team, en dat 24 uur op 24 en zeven dagen op zeven. Sinds de opstart vonden 8.230 slachtoffers de weg naar de centra.
De nieuwe regeling beschrijft de functie van elke partner in een ZSG, om samen multidisciplinaire zorg voor slachtoffers gratis te garanderen, zonder discriminatie. Het gaat om medische zorg, een forensisch onderzoek, klinische psychologische ondersteuning, de mogelijkheid om een klacht in te dienen en de mogelijkheid ondervraagd te worden door een speciaal opgeleide politieagent. Slachtoffers kunnen erop rekenen dat de zorg volledig gratis is en ze mogen tijdens het hele proces worden vergezeld door een steunfiguur naar keuze.
Het wetsontwerp definieert ook de soorten seksueel geweld waarop de ZSG's zich richten en de diensten die worden verleend afhankelijk van de fase waarin het slachtoffer zich bevindt. Aan slachtoffers wordt gevraagd zich zo snel mogelijk naar de zorgcentra te begeven, zodat ze zo snel mogelijk kunnen worden opgevangen en zodat, indien het slachtoffer dat wenst, zo snel mogelijk de nodige bewijsmaterialen kunnen worden verzameld.
Ten minste één ZSG per parket kan worden erkend. Het wetsontwerp beschrijft de procedure voor de selectie van de ZSG, de financiering van de verschillende partners en de mogelijkheid om de samenwerking op te schorten als de verplichtingen niet worden nagekomen. De nadere modaliteiten worden vastgelegd in koninklijke besluiten. Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen is verantwoordelijk voor de coördinatie en de evaluatie van de samenwerking van de ZSG's. Het ontwerp regelt ook de verwerking en bewaring van persoonsgegevens.