Het risico dat een vrouw een doodgeboren baby krijgt, is in Sub-Sahara-Afrika zeven keer groter dan in Europa en Noord-Amerika. Dat blijkt uit een nieuwe studie van de Verenigde Naties. Hoogwaardige gezondheidszorg moet wereldwijd vermijdbare doodgeboorte en kindersterfte stoppen, klinkt het in het rapport.
Wereldwijd stierven in 2021 naar schatting 5 miljoen kinderen voor hun vijfde verjaardag en verloren nog eens 2,1 miljoen kinderen en jongeren tussen 5 en 24 jaar het leven. In dezelfde periode werden 1,9 miljoen baby's doodgeboren.
Het rapport laat wel zien dat er sinds 2000 flinke vooruitgang is geboekt in de strijd tegen doodgeboorte en kindersterfte. Het wereldwijde sterftecijfer bij kinderen onder vijf jaar daalde met de helft, bij oudere kinderen en jongeren met 36 procent. De doodgeboortes daalden met 35 procent. Dat kan worden toegeschreven aan meer investeringen in basisgezondheidszorg voor vrouwen, kinderen en jongeren.
Maar, zo zeggen de onderzoekers, de vooruitgang gaat minder snel sinds 2010. En er is ongelijkheid: 54 landen zullen de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen voor kindersterfte niet halen. Die doelstellingen werden bij de VN in 2015 vastgelegd om na te streven tegen 2030. Als er niet snel actie wordt ondernomen om de gezondheidsdiensten te verbeteren, waarschuwen de agentschappen, zullen vóór 2030 bijna 59 miljoen kinderen en jongeren sterven en bijna 16 miljoen baby's verloren gaan door doodgeboorte.
Vooral in Sub-Sahara Afrika is er nog veel werk te doen. "Enkel door de toegang tot kwaliteitsvolle gezondheidszorg te verbeteren, vooral rond het moment van de geboorte, zullen we de ongelijkheid kunnen verminderen en vermijdbare sterfte onder pasgeboren baby's en kinderen wereldwijd kunnen stoppen", luidt het.
Sub-Sahara Afrika was vorig jaar goed voor 29 procent van de wereldwijde geboortes, terwijl 56 procent van de overlijdens van kinderen onder vijf jaar in de regio genoteerd werd. Bijna de helft van de doodgeboortes gebeurden in Sub-Sahara-Afrika. Kinderen die daar worden geboren, lopen het hoogste risico om te sterven in hun kindertijd. Het risico is volgens de studie liefst vijftien keer hoger dan in Europa en Noord-Amerika.
"Achter deze cijfers gaan miljoenen kinderen en gezinnen schuil die hun basisrechten op gezondheid worden ontzegd", klinkt het nog. "We hebben politieke wil en leiderschap nodig voor duurzame financiering van de primaire gezondheidszorg, een van de beste investeringen die landen en ontwikkelingspartners kunnen doen."