De kindersterfte in de Verenigde Staten is toegenomen nadat het Hooggerechtshof besliste om het recht op abortus af te schaffen op federaal niveau. Dat blijkt uit een onderzoek dat maandag gepubliceerd werd en waarover verschillende Amerikaanse media berichten.
Het Amerikaanse Hooggerechtshof had in juni 2022 beslist om het federaal recht op abortus weer in te trekken. Daardoor bepalen de deelstaten nu zelf of abortus toegelaten is en onder welke voorwaarden dat kan. Minstens twintig staten hebben sindsdien gedeeltelijke of volledige beperkingen op vrijwillige zwangerschapsonderbreking ingevoerd.

Een onderzoek van de Universiteit van Ohio, dat maandag in het vaktijdschrift JAMA Pediatrics verscheen, toont nu aan dat de kindersterfte in de Verenigde Staten sindsdien "hoger was dan verwacht". In oktober 2022, maart 2023 en april 2023 lag de kindersterfte op nationaal niveau 7 procent hoger dan normaal. Dat houdt in dat er toen elke maand gemiddeld 247 bijkomende sterfgevallen waren. De extra overlijdens worden vooral toegeschreven aan aangeboren afwijkingen.

"Voor de beslissing van het Hooggerechtshof zou het voor hen mogelijk zijn geweest om een abortus te ondergaan, in plaats van de zwangerschap uit te dragen en getuige te zijn van de dood van het kind", zegt hoogleraar Maria Gallo, die meewerkte aan het onderzoek.

In een volgende fase van het onderzoek zal worden nagaan of de hogere kindersterfte zich voordoet in alle Amerikaanse staten, of enkel in de staten waar de toegang tot abortus werd beperkt.

Het recht op abortus is een belangrijk thema bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen, die plaatsvinden op 5 november. Die dag loopt in tien staten ook een referendum over het recht op abortus.