De covid-19-pandemie heeft kraamzorg wereldwijd op verschillende manieren in het gedrang gebracht. Dat blijkt uit een online enquête van het Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG) in Antwerpen bij meer dan duizend zorgprofessionals. De respondenten gaven aan dat de algemene zorgkwaliteit daalde en dat vrouwen minder steun kreeg.
Het ITG deed een enquête en nam ook interviews af bij vroedvrouwen, gynaecologen, verpleegkundigen en andere zorgverleners om inzicht te krijgen in hoe zij het verlenen van kraamzorg ervaarden tijdens de pandemie. De coronacrisis verstoorde de kwaliteit van de kraamzorg, klinkt het, door angst van zorgverleners om besmet te raken enerzijds en maatregelen om het besmettingsrisico te beperken anderzijds.
De studie identificeert zes manieren waarop de pandemie het werk van de zorgverleners en daardoor ook de kwaliteit van kraamzorg verstoorde. Zo was er minder betrokkenheid van familieleden door bezoekbeperkingen in ziekenhuizen. Daarnaast werden meer keizersneden uitgevoerd zonder medische redenen.
Volgens de respondenten daalde de algemene zorgkwaliteit. Bovendien kregen vrouwen minder fysieke steun, alsook emotionele steun. Ten slotte zagen de onderzoekers dat niet alleen de vrouwen hinder ondervonden, maar ook de zorgverleners zelf. Dat lag dan aan de snel veranderende richtlijnen en de verscherpte preventiemaatregelen, die de werkers als overweldigend ervoeren.
"De werknemers voelden zich slecht voor de vrouwen die ze verzorgden, omdat ze niet in staat waren om hen met basispraktijken te ondersteunen. Je wilt geen robots die het werk doen, maar gepassioneerde en enthousiaste zorgverleners," zegt dr. Lenka Benova, professor Maternale Gezondheid aan het ITG en hoofdonderzoeker van deze studie.
Volgens de onderzoekers is er nood aan een vervolgonderzoek naar telegeneeskunde. Die verschuiving was waardevol toen persoonlijk contact tussen vrouwen en zorgverleners onmogelijk werd. Anderzijds beperkte de beweging ook de steun voor zwangere vrouwen, vrouwen die borstvoeding geven en gezinnen die in gebieden met een slechte infrastructuur wonen en geen toegang hebben tot zorg via technologie.