De resultaten op lange termijn lijken vrij overtuigend wat de symptoomcontrole en de verbetering van de levenskwaliteit betreft.
Een systematische review van de gegevens uit de literatuur laat uitschijnen dat de natuurlijke manier misschien niet de beste is… om achteraf urinelekkage te vermijden.
Een patiënte, 28 jaar, G3P1A1, wordt gevolgd voor haar derde zwangerschap. In de voorgeschiedenis weerhouden we een ongecompliceerde zwangerschap met spontane partus op 40w3d amenorroeduur (AD) en een spontaan miskraam op 6w AD met dezelfde partner. In de voorgeschiedenis van de echtgenoot weerhouden we een lichte vorm van hypospadie zonder heelkunde. Deze zwangerschap kende aanvankelijk een normaal verloop... Published ahead of print.
Een 15-jarige virgo met blanco medische voorgeschiedenis presenteerde zich met sinds twee dagen bestaande vulvodynie en mictalgie... Published ahead of print.
[1. Dienst gynaecologie-verloskunde, CHwapi, Tournai; 2. Dienst pathologische ontleedkunde, CHwapi, Tournai] Het syndroom van Mayer-Rokitansky-Küster-Hauser (MRKH) wordt gekenmerkt door een aangeboren aplasie van de baarmoeder en het bovenste gedeelte van de vagina bij vrouwen die overigens een normale ontwikkeling van de secundaire geslachtskenmerken vertonen en een normaal karyotype 46, XX hebben. De diagnose wordt vaak gesteld tijdens de adolescentie bij exploratie van een primaire amenorroe met een normale puberteit. De behandeling bestaat in psychotherapie en soms chirurgie (creatie van een nieuwe vagina). We beschrijven het geval van een patiënte met een MRKH-syndroom bij wie in 1989 een McIndoe-operatie werd uitgevoerd en die op raadpleging kwam wegens een vaginale cyste op de slijmvlies-huidovergang van het transplantaat. Published ahead of print.
[1. Leuvens Universitair Fertiliteitscentrum, Dienst Gynaecologie-Verloskunde, UZ Leuven. 2. Dienst Laboratoriumgeneeskunde, UZ Leuven] Veertien percent van de subfertiliteit bij vrouwen is het gevolg van ondoorgankelijkheid van de tubae, voornamelijk ten gevolge van postinfectieuze beschadiging van het tubair epitheel. Het merendeel van deze tubaire-factor-subfertiliteit wordt veroorzaakt door recidiverende of persisterende infecties met Chlamydia trachomatis waarbij antistoffen tegen Chlamydia − heatshockproteïnen − worden geproduceerd die vervolgens leiden tot een auto-immune ontstekingsreactie en secundair tot littekenvorming ter hoogte van het tubair epitheel. Het opsporen van antistoffen tegen Chlamydia trachomatis kan gebruikt worden als een eerste indicator van de mogelijke aanwezigheid van tubaire beschadiging. Vervolgens is een diagnostische laparoscopie de meest sensitieve test om bij een subfertiele vrouw met Chlamydia trachomatis-antistoffen de aan- of afwezigheid en de ernst van tubaire beschadiging na te gaan. Daarnaast wordt geadviseerd om bij alle vrouwen die een instrumenteel onderzoek van de uterus dienen te ondergaan, een screeningstest onder de vorm van een antistoftest voor Chlamydia trachomatis uit te voeren, of indien dit niet gebeurd zou zijn, hen profylactisch te behandelen met antibiotica tegen Chlamydia trachomatis. Bij afwezigheid van Chlamydia trachomatis-antistoffen zijn hysterosalpingografie, hysterosalpingo-contrast-sonografie of hysterosalpingo-foam-sonografie voldoende en evenwaardig om een tubaire obstructie uit te sluiten. Published ahead of print.
Tijdens het congres van de Belgian Association of Urology gaven prof. Dirk De Ridder (Urologie, KULeuven) en prof. Thierry Roumeguère (Urologie, ULB) een persconferentie omtrent de onderschatte frequentie van blaascontroleproblemen bij vrouwen vanaf 40 jaar.
Een 27-jarige G1P0 primigravida meldt zich op 33w6 op de verloskamer met gebroken vliezen. Bij deze patiënte was reeds een primaire sectio gepland omwille van stuitligging... Published ahead of print.
Een 35-jarige patiënte presenteerde zich een maand geleden met een subobstructie die zich herstelde door een conservatief beleid.
Een 21-jarige zwak begaafde patiënte G0 met een blanco medische voorgeschiedenis presenteert zich voor het eerst op de consultatie gynaecologie wegens klachten van vaginaal bloedverlies onder de prikpil. Deze was door de huisarts opgestart wegens cyclusstoornissen en pil-incompliance. Bij klinisch onderzoek wordt een vaginaal septum vastgesteld en het vaginaal toucher is suggestief voor 2 portio’s. Op transvaginale echo vermoeden we de aanwezigheid van 2 corpora uteri. In overleg met patiënte en haar moeder werd een diagnostische hystero- en laparoscopie verricht om de volledige anatomie in kaart te brengen.
Het syndroom van Mayer-Rokitansky-Küster-Hauser (SMRKH) is een volledige of gedeeltelijke aplasie van de ontwikkeling van de buizen van Muller (bovenkant van de vagina en baarmoeder) bij patiënten met chromosomenpatroon 46XX met normale eierstokken en eileiders, al dan niet geassocieerd met misvormingen aan vooral de nieren. De naam verwijst naar het inleidende werk van Mayer (1829), dat werd gevolgd door dat van Rokitansky (1838), Küster (1910) en Hauser (1958). In 2004 ontdekte een onderzoeksteam de genetische oorsprong van dit syndroom. Het ging om een mutatie van het gen Wnt4 dat zich situeert op chr1p35. Momenteel worden echter nog andere genen onderzocht, zoals genen op het uiteinde van chr4, microdeleties Tcf2 en LHx op chr17q12 (1).
De meest voorkomende urogenitale fistel is een vesicovaginale fistel (VVF). De meest voorkomende fistels in de ontwikkelingslanden zijn van verloskundige oorsprong. In de geïndustrialiseerde landen is de belangrijkste oorzaak van VVF’s gynaecologische chirurgie. De diagnose is klinisch (ongewild en permanent vaginaal urineverlies). De preventie van deze complicatie berust op eenvoudige preoperatieve maatregelen (zoals rekening houden met de antecedenten van elke patiënte en operatieve voorzorgsmaatregelen) en op een nauwlettende postoperatieve monitoring. Deze preventie is cruciaal, zowel voor de patiëntes (snelle opsporing en behandeling) als voor de arts (medicolegale dekking). Ondanks deze voorzorgsmaatregelen kan het risico in de chirurgie nooit tot nul worden herleid. Een arts is dan ook wettelijk verplicht om de patiënt in te lichten over de risico’s verbonden aan de operatie, ervoor te zorgen dat hij/zij deze risico’s goed begrijpt en elke afwijking op het standaardverloop van de chirurgische ingreep te melden.
Gunaïkeia Vol. 30 Nr. 2
Schrijf u gratis in op onze wekelijkse nieuwsbrief en ontvang het laatste nieuws en nog veel meer ...