Aanstaande moeders kampen bij aanvang van de zwangerschap steeds vaker met overgewicht of obesitas. Dat blijkt uit het jaarrapport over geboorten en bevallingen in Vlaanderen van het Studiecentrum voor Perinatale Epidemiologie (SPE). Het aandeel vrouwen in verwachting met overgewicht of obesitas bedraagt intussen ruim 43 procent.
Vlaamse vrouwen die een kindje verwachten, hebben de jongste tien jaar steeds vaker een BMI (Body Mass Index) boven de 25 aan het begin van de zwangerschap, waarmee ze officieel in de categorie overgewicht vallen. In 2014 gold dat voor 33,9 procent van de aanstaande moeders, in 2023 was dat al 43,4 procent. Van dat percentage valt 16,5 procent zelfs in de categorie obesitas, wat betekent dat ze een BMI hebben boven de 30. In 2014 was dat nog 11,3 procent.
Net geen 4 procent van de vrouwen had in 2023 ernstige obesitas, 1,2 procent van de aanstaande moeders had een BMI van minstens 40, waarmee ze in de klasse morbide obesitas vallen. Ook die percentages namen het afgelopen decennium toe. De gemiddelde BMI aan het begin van de zwangerschap is intussen 25,2.
Volgens het Studiecentrum voor Perinatala Epidemiologie is er een verband met de hogere leeftijd waarop Vlaamse vrouwen zwanger worden. Tussen de 20 en 29 jaar heeft 27,4 procent van de vrouwen overgewicht, boven de 40 wordt dat 31,6 procent. De gemiddelde leeftijd waarop Vlaamse moeders bevallen is de afgelopen 10 jaar toegenomen: van 30,1 jaar in 2014 naar 31,2 jaar in 2023.
Een hoger BMI bij aanvang van de bevalling is niet zonder gevaar. Volgens gynaecologe Monika Laubach, die meeschreef aan het rapport, lopen vrouwen met overgewicht of obesitas een beduidend hoger risico op het ontwikkelen van diabetes en een hoge bloeddruk, en is de kans ook groter dat ze moeten bevallen met een keizersnede. De kinderen hebben dan weer beduidend meer kans om later zelf met gewichtsproblemen te kampen, legt ze uit.
Het aandeel zwangere vrouwen met een hoge bloeddruk is de afgelopen jaren wel afgenomen: van 4,6 procent in 2014 tot 3,6 procent vorig jaar. Oudere zwangere vrouwen kampen er verhoudingsgewijs vaker mee.
Zwangerschapsdiabetes komt de laatste jaren dan weer wel veel vaker voor. In 2014 kreeg 3,6 procent van de aanstaande moeders daarmee te maken, in 2023 was dat net geen 9 procent. In Brussel en Wallonië ligt dat percentage trouwens nog veel hoger: daar krijgt respectievelijk 16,9 en 11,9 procent van de zwangere vrouwen te maken met diabetes.
Er is ook een verband tussen een hoger start-BMI en de gemiddelde gewichtstoename tijdens de zwangerschap. Volgens de aanbevelingen van de National Academy of Medicine komt een vrouw met een normaal gewicht idealiter tussen de 11,5 en 16 kilogram bij. Bij moeders die de zwangerschap starten met overgewicht is dat tussen de 7 en 11 kilogram, als er sprake is van obesitas is dat tussen de 5 en 9 kilogram. Bij amper 35 procent van de Vlaamse moeders is de gewichtstoename in lijn met die aanbevelingen. Bij vrouwen met overgewicht is het aandeel moeders dat meer bijkomt dan aanbevolen groter. Vrouwen met ondergewicht maken de omgekeerde beweging: daar zijn er verhoudingsgewijs meer moeders die minder bijkomen dan aanbevolen.