Drie gynaecologen zijn door de Brugse correctionele rechtbank vrijgesproken voor mogelijke nalatigheid tijdens een bevalling. De baby raakte blijvend verlamd aan zijn rechterarm nadat zijn schouders tijdens de bevalling vast kwamen te zitten.
De feiten speelden zich op 13 augustus 2012 af in het ziekenhuis van Knokke-Heist, tegenwoordig onderdeel van AZ Zeno. Tijdens een bevalling trad schouderdystocie op, een complicatie waarbij de schouders van het kindje vast komen te zitten achter het schaambeen van de moeder. Na acht minuten kon de jongen toch losgemaakt worden, maar daarbij werd een zenuw geraakt. Daardoor is zijn rechterarm tot op vandaag nog steeds verlamd.
Volgens het openbaar ministerie en de burgerlijke partijen werd bij de bevalling onvoldoende rekening gehouden met bepaalde risicofactoren. Zo kampte de aanstaande moeder met een heupprobleem, waardoor ze tijdens het persen onvoldoende kracht kon zetten. Naar eigen zeggen hadden de ouders op voorhand dan ook meermaals tevergeefs aangedrongen op een keizersnede.
De gynaecoloog die de bevalling uitvoerde, verklaarde dat hij er in eer en geweten alles aan gedaan had om de baby uit zijn benarde positie te bevrijden. Ook de vaste gynaecologe ontkende dat ze fouten heeft gemaakt. Daarbij werd door de verdediging opgemerkt dat de beklaagde die bewuste dag met vakantie was. Ten slotte werd ook voor een derde gynaecoloog de vrijspraak gevraagd. De man had de dag voor de geboorte een laatste check-up gedaan, maar zou niet in het dossier vermeld hebben dat het verwachte geboortegewicht hoger dan voorzien was. Volgens zijn advocaat ging het echter om een normaal geboortegewicht, dat ook in combinatie met het heupprobleem niet per se tot een keizersnede moest leiden.
De rechters oordeelden dat de gynaecoloog tijdens de bevalling geen medische fout maakte. Daarnaast werd vastgesteld dat zijn collega's die bewuste dag zelfs niet aanwezig waren. De rechtbank moest enkel oordelen over feiten op de dag van de bevalling.