Vrouwen met borstimplantaten moeten regelmatig zelfonderzoek doen naar symptomen van lymfeklierkanker, maar preventief de implantaten laten verwijderen, is niet nodig. Zo luidt het advies van de Hoge Gezondheidsraad (HGR) en het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG). Er volgen ook aanbevelingen voor gezondheidswerkers.
De HGR onderzocht hoe groot het risico van borstimplantaten is op een zeldzame kanker van het afweersysteem. Het gaat om de kankervorm Breast Implant-Associated Anaplastic Large Cell Lymphoma (BIA-ALCL), of borstimplantaat-geassocieerd anaplastisch grootcellig lymfoom. Wereldwijd zijn er ongeveer 600 vrouwen met die aandoening gerapporteerd. Het FAGG heeft weet van negen bevestigde gevallen in ons land sinds 2011. Voorlopig zou nog niemand zijn gestorven.
Over de precieze ontwikkeling en het verloop van de ziekte is nog weinig geweten. Het is bovendien ook niet duidelijk of het risico groter is bij getextureerde of gladde implantaten. Hoewel het bij het merendeel van de gerapporteerde gevallen van BIA-ALCL gaat om patiëntes met getextureerde implantaten, zijn er tot nu toe geen studies uitgevoerd waarin de twee implantatensoorten met elkaar worden vergeleken. "Er is op dit moment geen overtuigend bewijs dat de getextureerde of gladde prothesen veiliger zouden zijn", verklaart professor Albert De Mey van de HGR.
Volgens de HGR is het absolute risico op BIA-ALCL zeer klein. Patiëntes moeten geen bijkomende screenings laten uitvoeren of moeten hun implantaten niet preventief laten verwijderen, klinkt het officiële advies. Wel is het belangrijk dat artsen alle risico's van de implantaten uitvoering bespreken met patiëntes.
De vrouwen kunnen op hun beurt regelmatig zelfonderzoek doen of bij de chirurg op raadpleging gaan voor opvolging. Patiëntes die een zwelling of knobbeltje opmerken, nemen best contact op met hun arts.
De HGR en het FAGG volgen de situatie op en zullen indien nodig hun aanbevelingen aanpassen.
Aanbevelingen voor gezondheidswerkers
Voor de implantatie
Hoewel het absolute risico op BIA-ALCL zeer klein is, moet de keuze voor borstvergrotingen of -reconstructies met implantaten worden gemaakt op basis van een goed geïnformeerde beslissing. Daarvoor moeten alle risico?s uitvoerig worden besproken, met inbegrip van het risico op BIA-ALCL. Net zo belangrijk is dat patiëntes wordt geleerd hoe ze mogelijke tekenen van BIA-ALCL kunnen herkennen.
Na de implantatie
Als een patiënte consulteert naar aanleiding van het laattijdig ontwikkelen (> 1 jaar na implantatie) van een persistent periprothetisch seroom of massa's in de buurt van het borstimplantaat, moet de mogelijkheid van BIA-ALCL worden overwogen. Als de diagnose wordt bevestigd, moet het geval doorverwezen worden naar een multidisciplinair oncologisch consult voor evaluatie en planning van de behandeling.
Melding
Door gebrekkige melding is de epidemiologie op dit moment niet volledig bekend. Alle vermoede en bevestigde gevallen van BIA-ALCL moeten worden gemeld aan het FAGG (alcl@fagg.be) via het speciaal voor BIA-ALCL ontwikkelde meldingsformulier. Gegevens over BIA-ALCL moeten ook worden doorgegeven aan het Belgisch Kankerregister (Sciensano). Er is een samenwerking opgestart tussen het FAGG en het Belgisch Kankerregister om de identificatie van BIA-ALCL-gevallen verder te optimaliseren.
Hoge Gezondheidsraad. Borstimplantaat-geassocieerd anaplastisch grootcellig lymfoom (Breast Implant AssociatedAnaplastic Large Cell Lymphoma, BIA-ALCL). Brussel: HGR; 2018. Advies nr. 9473.