Bij welke patiënten met borstkanker in een vroeg stadium zal immuuntherapie werken en bij welke niet? Onderzoekers hebben een methode ontdekt om dat in een vroeg stadium te voorspellen, in een gezamenlijke studie van de KU Leuven, het UZ Leuven en het Vlaams Instituut voor Biotechnologie. Dankzij de nieuwe singlecell-techniek konden individuele cellen geobserveerd worden voor en na de behandeling.
Op dit moment is immuuntherapie al standaardbehandeling bij verschillende kankers, zoals longkanker en huidkanker. Bij borstkanker wordt de therapie alleen gebruikt wanneer die uitgezaaid is. Bovendien is het een dure therapie met sterke bijwerkingen die slechts bij 1 op de 3 patiënten effectief is. Tot nu toe kon het effect van de immuuntherapie ook pas na drie maanden opgemerkt worden.
Onderzoekers van de studie, recent in Nature Medicine gepubliceerd, konden dankzij de nieuwe singlecell-techniek observeren bij wie de therapie aansloeg, en dat al na één dosis. Die singlecell-technologie is baanbrekend omdat ze de mogelijkheid geeft om tumorcellen individueel en hun omgeving in hoge resolutie te bestuderen. Oudere 'bulktechnieken' konden slechts een algemeen, gemengd beeld voorzien van de verschillende soorten cellen van de tumor.
Daarbovenop ontdekten de onderzoekers ook aanwijzingen in de cellen die op voorhand kunnen aangeven of de immuuntherapie zal aanslaan, zogenaamde biomerkers. Professor dokter Ann Smeets, borstkankerchirurg en hoofdonderzoeker van de studie, reageerde alvast verheugd: "Er is een grote stap gezet om in de toekomst die te kunnen aanbieden aan patiënten met borstkanker in een vroeg stadium." Een opvolgstudie is gepland om de resultaten van het onderzoek te valideren en de immuuntherapie in de toekomst terugbetaald buiten studies te kunnen gebruiken.