Zelfs licht alcoholgebruik tijdens de zwangerschap kan de craniofaciale ontwikkeling van het kind al in het gedrang brengen.
Iedereen weet dat kinderen die het slachtoffer zijn van foetaal alcoholsyndroom gelaatsafwijkingen en een neurologische ontwikkelingsachterstand kunnen hebben. Hoe zit het echter met kinderen bij wie deze diagnose niet is gesteld, maar die toch tijdens de zwangerschap in verschillende mate blootgesteld zijn geweest aan alcohol?
De onderzoekers hebben de correlatie tussen verschillende graden van alcoholgebruik en het craniofaciale fenotype op 12 maanden beoordeeld. Ze baseerden zich op een prospectief cohort dat werd gevolgd van januari 2011 tot december 2014. De craniofaciale ontwikkeling werd beoordeeld met 3D-beeldvorming. De resultaten werden geclassificeerd volgens de graad van alcoholgebruik (licht, matig, hoog of van het type binge drinking).
Ze wijzen op een constante correlatie tussen het gebruik en het craniofaciale fenotype, ongeacht op welk moment in de zwangerschap het alcoholgebruik plaatsvond. Er zijn al duidelijke verschillen vastgesteld tussen kinderen van moeders die geen alcohol gebruikten en kinderen van moeders die slechts weinig alcohol gebruikten. Nu moet nog worden bepaald of die afwijkingen gepaard gaan met stoornissen in de neurologische ontwikkeling, maar geheelonthouding lijkt de veiligste optie.