Uit nationale en internationale gegevens blijkt dat het aandeel vrouwelijke artsen toeneemt, vooral in de gynaecologie. In sommige landen zou dat gepaard gaan met een verschil in productiviteit. Het doel van deze studie was om de situatie in België te evalueren aan de hand van een persoonlijke enquête, waarop 43% (n = 615) van de aangeschreven gynaecologen heeft gereageerd. Het aantal halve werkdagen per week blijkt vergelijkbaar tussen vrouwen en mannen, maar vrouwen behandelen minder patiënten, voeren minder chirurgische ingrepen en evenveel bevallingen uit, werken vaker in universitaire ziekenhuizen en zijn vaker werknemer. Ze oefenen evenveel onderwijstaken uit en nemen evenveel weken vrijaf voor vakantie of wetenschappelijke congressen. Ze werken minder vaak in het weekend, maar hebben door de week minder halve dagen waarop ze niet werken. De grootte van hun gezin heeft geen enkele invloed op hun werkuren. Op kwalitatief vlak beschouwen de meeste gynaecologen, zowel mannen als vrouwen, hun beroep als bevredigend, en eventuele ontevredenheid hangt bij vrouwen samen met problemen om hun werk te organiseren, en bij mannen met competitiviteit. Vrouwen maken zich meer zorgen over hun privéleven en mannen meer over hun carrière. De meeste afdelingshoofden beschouwen de vervrouwelijking van hun medisch korps niet als een probleem.
> Wenst u hierover meer te lezen, dan verwijzen wij u graag naar de integrale tekst.