Onderzoekers van het Centrum voor Medische Genetica van het UZ Brussel hebben een innovatieve methode ontwikkeld waarmee chromosoomafwijkingen nauwkeuriger kunnen worden opgespoord in heel vroege embryo's. De nieuwe techniek moet het risico op miskramen verminderen en zorgt voor betere slaagkansen van in-vitrofertilisatiebehandelingen (ivf).
De nieuwe methode heet Analysis of Parental Contribution for Aneuploidy Detection en laat een volledigere analyse toe van de 23 paar chromosomen die de mens heeft. In elk paar is er één chromosoom afkomstig van de moeder en één van de vader. De nieuwe techniek kijkt of er in verhouding evenveel chromosomen van de moeder en de vader voorkomen. Indien de verhouding niet juist is, wijst dit op een chromosomale afwijking.
Het voordeel aan de nieuwe methode is dat het al in embryo's van enkele dagen oud kan detecteren of er een chromosoomafwijking is. Dit is een belangrijke stap voor koppels die via een vruchtbaarheidsbehandeling zoals ivf zwanger proberen te raken.
"Meestal leiden chromosoomafwijkingen ertoe dat het vroege embryo niet innestelt in de baarmoeder of dat de foetus niet levensvatbaar zal zijn en eindigt de zwangerschap in een miskraam. In een minderheid van de gevallen leiden chromosoomafwijkingen tot levend geboren kinderen met een aandoening zoals het syndroom van Down", zegt Pieter Verdyck, onderzoeker van het Centrum voor Medische Genetica.
Het UZ Brussel past de techniek vandaag al toe bij mensen die een gekend genetisch probleem in de familie hebben en dit wensen te vermijden bij hun kinderen.