Na een daling in 2014 steeg het aantal nieuwe hiv-diagnoses bij MSM (mannen seks met mannen) opnieuw in België in 2015. In Vlaanderen werd weliswaar een stabilisatie waargenomen​. De daling bij heteroseksuelen(uit Sub-Saharaans Afrika) zette zich voor het 3de opeenvolgende jaar voort. Vooral huisartsen en gynaecologen schrijven hiv-tests voor.

Ook het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) is voorzichtig met de interpretatie. Een daling van het aantal diagnoses komt immers niet altijd overeen met een daling van het aantal infecties. Het aantal opsporingstests voor hiv daalde lichtjes (-0,7%). In 2015 werden 62 hiv-tests per 1000 inwoners uitgevoerd en per 1000 uitgevoerde testen werden 1,47 nieuwe diagnoses vastgesteld.

Huisartsen schreven 51% van de hiv-tests voor. Bij de specialisten werden hiv-tests meest frequent voorgeschreven door gynaecologen (52%), gevolgd door internisten (21%) en chirurgen (15%).

Bij de nieuwe diagnoses van 2015 waarvoor deze informatie beschikbaar is, werd 33% van de tests uitgevoerd op initiatief van de patiënt en 39% werd getest wegens klinische argumenten. Het proportioneel aandeel van testen op eigen initiatief was groter bij MSM (44%) dan bij de heteroseksuelen (23%). Voor 36% van de nieuwe hiv-diagnoses was deze informatie niet beschikbaar. 

Enkele belangrijke trends op een rijtje:

• In 2015 daalde het aantal nieuwe hiv-diagnoses met 4,7%. Toch blijft het aantal nieuwe hiv-diagnoses hoog in met 1001 infecties gediagnosticeerd, wat overeenkomt met gemiddeld 2,7 nieuwe diagnoses per dag.

• De daling betreft enkel één van de twee bevolkingsgroepen die het meest getroffen worden door de epidemie: mannen en vrouwen die het virus hebben opgelopen via heteroseksuele betrekkingen en die vooral afkomstig zijn van Sub-Saharaans Afrika.

• Bij de MSM wordt opnieuw een stijging waargenomen waardoor zij opnieuw de belangrijkste risicogroep van de hiv-epidemie zijn.

• De overdracht via intraveneus drugsgebruik blijft uitzonderlijk in België, en werd slechts voor 2% van de hiv-diagnoses in 2015 gerapporteerd.

• In 2015 werden 15.266 hiv-patiënten medisch opgevolgd in België. Dit aantal stijgt gelijkmatig met gemiddeld 755 nieuwe patiënten per jaar. De populatie van hiv-patiënten in medische opvolging veroudert: in 2015 was 34% van hen 50 jaar en ouder, in tegenstelling tot slechts 19% in 2006.

• Van de patiënten die in 2015 medisch werden opgevolgd in een Aids-referentiecentrum, kreeg 94% een antiretrovirale behandeling met een hoge virologische succesgraad: 96% had een gecontroleerde virale lading (<200 kopijen/ml).

Het volledige jaarrapport vindt u hier.

Sensoa: "Medicatie onmiddellijk na de diagnose terugbetalen"

Het Vlaamse expertisecentrum voor seksuele gezondheid Sensoa reageert voorzichtig positief op de daling van het aantal nieuwe diagnoses bij homomannen in Vlaanderen. Boris Cruyssaert: "Wat ons bijzonder hoopvol stemt is dat 96% van de mensen met hiv die behandeld worden in 2015, een onderdrukte virale lading hebben. Medicatie opstarten na een hiv-diagnose is in de eerste plaats goed voor de gezondheid van de persoon met hiv én het vermindert ook de kans op overdracht van hiv. Minister De Block beloofde vanaf 2017 medicatie onmiddellijk na de diagnose terug te betalen. Sensoa is verheugd met deze beleidskeuze en is ervan overtuigd dat dit in de toekomst zal bijdragen tot een verdere daling van de nieuwe infecties."

"Wat er schuilgaat achter de regionale verschillen is onduidelijk. In Vlaanderen lijkt het combineren van verschillende preventietechnieken (combinatiepreventie) te werken. Het gaat onder meer om het (beïnvloeden van) het gedrag van de doelgroep, de beschikbaarheid van preventiemiddelen (condooms, PrEP…) en de mogelijkheid van vroege behandeling die nieuwe infecties helpt voorkomen. Wel blijkt de noodzaak van een specifiek hiv-plan voor Brussel. Samen met Sensoa stelden eerder dit jaar verschillende Brusselse organisaties en beleidsmakers een actieplan op. Nu is het zaak om dit te vertalen naar concrete engagementen."