De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft een nieuwe richtlijn voor gezondheidswerkers gepubliceerd om genitale verminking bij meisjes en vrouwen expliciet te verbieden. De organisatie meldt een zorgwekkende stijging in het aantal gezondheidswerkers dat de procedure uitvoert.

Genitale verminking is het verwijderen of verwonden van de vrouwelijke genitaliën om niet-medische redenen, en gebeurt meestal voordat een meisje de puberteit bereikt. Volgens de WHO is er momenteel een 'medicalisering' bezig, wat wil zeggen dat er aanwijzingen zijn dat de procedure steeds vaker wordt uitgevoerd door mensen tewerkgesteld in de gezondheidszorg. Sinds 2020 werd een op de vier genitale verminkingen uitgevoerd door een gezondheidswerker. Het gaat in totaal om 52 miljoen vrouwen en meisjes . 

De WHO vreest dat het 'medicaliseren' van de praktijk ervoor zal zorgen dat die genormaliseerd en gelegitimeerd wordt. De nieuwe richtlijn bevat een expliciet verbod voor gezondheidswerkers en klinische aanbevelingen om overlevers van de praktijk te verzorgen. Daarnaast bevat ze manieren om gezondheidswerkers te helpen om verzoeken tot genitale verminking effectief af te wijzen en mensen te informeren over de gevolgen ervan op lange termijn. Volgens de WHO kunnen gezondheidswerkers een cruciale rol opnemen in de preventie van de praktijk.

"De gezondheidszorgsector speelt een essentiële rol in het voorkomen van genitale verminking", klinkt het bij de WHO. "Gezondheidswerkers moeten verandering stimuleren in plaats van de schadelijke praktijk uit te voeren, en moeten kwaliteitsvolle medische zorg bieden aan mensen die lijden onder de gevolgen ervan."

Het gebruik komt nog voor in een dertigtal landen, aldus de WHO. Maar toch zou het mogelijk zijn om de praktijk van genitale verminking uit te roeien. "In landen als Burkina Faso, Sierra Leone en Ethiopië is de praktijk de afgelopen jaren aanzienlijk gedaald door collectieve actie en politieke wil om verboden te handhaven en preventie te versnellen", besluit de WHO.